WAAR KOMEN WIJ EIGENLIJK VANDAAN?

Aaah, de mens. Honderdduizenden jaren — zuiver evolutionair gezien zelfs miljoenen, maar wie houdt de tel in godsnaam bij — heeft hij/zij erover gedaan om te staan waar hij/zij vandaag staat. En dat ‘staan’, dat doen we op solide ondergrond sinds de eerste meercelligen concludeerden dat zeewater een funest effect had op de destijds populaire vetkuif. Het is dus op zijn plaats om even te verklaren waarom de stamvaders en -moeders van BCD een handvol decennia geleden besloten om Darwin beleefd de deur te wijzen, en het concept ‘back to the roots’ eens alternatief te benaderen. Ziehier het ‘hoe’, ‘waar’, ‘waarom’, ‘wanneer’ en ‘wiens schuld is het eigenlijk dat ik elke donderdagochtend zo moeizaam uit mijn nest geraak’!

Laat ons je meteen maar met wat jaartallen om de oren slaan. Alhoewel…, bij nader inzien doen we het gewoon met deze: 1973. “De geboorte van BCD?”, horen we je denken. Wel…, nog niet helemaal. De club die vandaag meer dan honderd leden telt, viel toen in aantallen nog eerder te vergelijken met een zuinig bezette deux chevaux. Duiken was destijds nog gewoon zwemmen, in een Ninoofs bad nota bene. Tot ene Jozef Van den Berghe daar een select groepje met een niet te weigeren voorstel bedacht. “Select groepje”, zo sprak hij. “Wat zouden jullie ervan denken als we wat neopreen rond de lenden zwaaien, in combinatie met een gasfles op de rug en een zwik slangen en darmen rond de nek?” Verbaasde blikken waren uiteraard zijn deel — “Heeft ie het nou over insecten verdelgen?” —, maar enige zinsneden uitleg later was ze daar: de kiem van BCD.

Ninove was het, en Ninove bleef het. De oudste, stoutste en wijste der steden bleek over een allerschattigst zwembadje te beschikken in hotel De Croone, wat al snel de ‘ground zero’ van BCD werd. Niet voor lang echter, want ‘gendergelijkheid’ was toen nog een term die — mits correct over de tong gerold — onthaald werd op een kordate “wij spreken hier geen Frans, meneer”. Zo kreeg enige dame Leen Maus plots te horen dat je met een koppel X-chromosomen onder geen beding het water in kon zonder badmuts op je kop. Dat het de seventies waren en dus ook heel wat mannen een schare woeste manen tot op de schouders torsten, mocht voor de hotelbaas geen argument zijn. De exodus uit Oost-Vlaanderen werd nog diezelfde avond ingezet.

Alsof de Bijbel zelve nood had aan een moderne evocatie, mochten Jozef en zijn gevolg dus op zoek naar een nieuw onderkomen. Brussel presenteerde zich als een aardig stadje, maar toch werd het Dilbeek, waar het BCD-appel intussen aangezwollen was tot goed tien pupillen. “Jongens, dat krijg ik van je lang-zal-ze-leven niet op m’n eentje gebolwerkt”, moet Jozef ongetwijfeld gedacht hebben. En dus liet hij een meute instructeurs aanrukken uit de gelederen van CAS, zijn thuisclub die inmiddels onlosmakelijk verbonden is met BCD. Die zagen dat wel zitten, zo’n potje dollen met een bende neofieten. Maar dan liefst wel in hun eigen zwembad in Sint-Joost-ten-Node. En ach, een omzwervinkje meer of minder, daar kijkt een duiker niet op. Die eerste echt Brusselse pied-à-terre bood tenslotte het nodige materiaal en uitbreidingsmogelijkheden, waardoor BCD in 1974 de statuten kon opstellen en officieel het predikaat van duikclub kreeg!

Intussen zijn we zo’n vier decennia verder en valt er in se geen fluit meer te vertellen over de geschiedenis van BCD — zou je denken. Ware het niet dat de club zo ergens in de jaren 90 besloot om het nomadenbestaan nog eens een kans te geven. Sint-Joost-ten-Node was uiteindelijk ook maar een gemeente met een veel te lange naam, die bovendien werkelijk niemand grammaticaal correct op de clubcorrespondentie neergepend kreeg. Maar BCD was gewoon ook te groot geworden om nog langer ellebogen te schurken in de thuishaven van CAS. Het werd uiteindelijk Ganshoren, een gemeente die niet enkel een lekker eind wegbekt, maar ook — je gelooft het niet — over een bruikbare plas overdekt water beschikte. Het tot dusver tweetalige BCD koos ook definitief voor de Nederlandse taalrol, waarop duikfederatie Nelos zonen als John Swinnen en Eric Sels uitzond om die Brusselaars het subtiele verschil tussen nat en droog aan te leren.

Normaal gesproken zou het verhaal hier zo langzamerhand op z’n einde moeten lopen, ware het niet dat die toffe jongens van Sportdienst Ganshoren besloten dat de kleur van de zwembadtegeltjes niet langer overeenstemde met de haute couture van begin jaren 2000. Oké, misschien schortte er ook wel gewoon één en ander aan de algehele integriteit van de infrastructuur. Tijd voor architecten en betonmolens, dus, en van die mannen in blauwe pakken en gele veiligheidshelmen. En tijd voor BCD om de spreekwoordelijke geknoopte-zakdoek-aan-de-stok nog maar eens over de schouder te zwieren. Een jaartje — misschien twee — uitwijken naar Vilvoorde, dat moest wel lukken.

Maar de jaren gleden voorbij — vergeef ons de platitude — en de Brusselse club blééf in Vilvoorde. Niet dat de werking daar onder leed, verre van. BCD bleef al die tijd een club die je van het zwembad naar de Oosterschelde sleurde, van de ondergelopen steengroeves naar exotische wateren. Tussendoor bleef er ook steeds tijd én energie over voor een leuk weekendje, een doop, een feestje, of gewoon een fris pintje na de training. Maar het mag niet verbazen dat 2014, het jaar van de heropening van ‘ons’ zwembad in Ganshoren, begroet werd met een zucht van opluchting. BCD was weer thuis, en daar heten we jou elke woensdag opnieuw graag welkom!